FlyingDove

Doop in de Heilige Geest

Op deze pagina’s willen we ingaan op “De Doop in de Heilige Geest”.
We willen hierbij ingaan op de betekenis, de noodzaak en hoe wij als Evangeliegemeente Groningen hiermee omgaan.
We zullen de nodige Bijbelgedeeltes citeren, want de Bijbel, Gods Woord, is de basis van ons geloof en onze geloofswandel.

Niet meer alleen

Toen Jezus op aarde was, was Hij meestal in de directe omgeving van Zijn discipelen.
Ze konden met Hem optrekken, Hem vragen stellen en veel van Hem leren. Hij zou echter terug gaan naar de Vader, dat had Hij gezegd. Jezus zou dan niet meer lichamelijk aanwezig zijn bij Zijn discipelen.

Jezus deed daarom een belofte: “Als Ik wegga, ga Ik jullie een Trooster sturen, de Geest der Waarheid, die van Mij zal getuigen”.

Johannes 15:26
“Wanneer de Trooster komt, die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest der Waarheid, die van de Vader uitgaat, zal deze van Mij getuigen”

Johannes 16:7
“Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden.”

Johannes 14:16-18
“En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der Waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u.”

Jezus deed dus een belofte:

  • Ik laat jullie niet als wezen achter
  • Ik ga jullie de Trooster zenden
  • Ik stuur jullie de Geest van de Waarheid

 

Er is echter een voorwaarde verbonden aan het zenden van de Trooster, de Heilige Geest. Jezus geeft heel duidelijk aan dat het zenden van de Trooster, duidelijk verbonden is met zijn teruggaan naar de Vader. Hij zegt zelfs: “Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden.”

Terug naar de Vader

Dan komt het moment waarop Jezus terug zal gaan naar de Vader. Na Zijn lijden, Zijn dood, Zijn opstanding. Hij is samen met de discipelen op de Olijfberg en Hij geeft hen nog enkele aanwijzingen. Hij geeft hun nog een duidelijke opdracht wat ze moeten doen:

Matteüs 28:18-20
“En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. Gaat dan henen, maakt al de volken tot Mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.”

Ze kregen een taak, een grote taak. Maar waren ze daar wel toe in staat? Enkele dagen daarvoor hadden Petrus en de andere discipelen Jezus nog alleen gelaten toen ze Hem arresteerden. Ja, Petrus had zelfs drie maal gezegd Jezus niet te kennen. Hoe konden deze discipelen, die niet de moed en de kracht hadden om te zeggen dat ze bij Hem hoorden, nu zo’n taak uitvoeren en Zijn vertegenwoordigers worden?

De discipelen hadden op een dag vele vragen. Ze wilde allemaal dingen weten over de toekomst. Wat gaat er allemaal gebeuren Heer? Hoe zullen de dingen gaan plaatsvinden? Jezus gaf hun daarop een duidelijk antwoord:

Handelingen 1:7-9
“Hij zeide tot hen: Het is niet uw zaak de tijden of gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft, maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult Mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde. En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.”

“Jullie hoeven niet alles precies te weten, maar wat jullie wel nodig hebben zal ik jullie geven! Jullie zullen kracht ontvangen als de Heilige Geest over jullie zal komen, om Mijn getuigen te zijn!!! Daarna kunnen jullie uitgaan, eerst in Jeruzalem, dan in de omliggende plaatsen en zelfs tot het einde van de aarde!!!” Dat was Jezus antwoord.

Toen Hij dit gesproken had, kwam er een wolk uit de Hemel die Hem opnam, en voor hun ogen, vertrok Hij naar de Vader.

De discipelen hadden de boodschap begrepen: ze bleven dus wachten op hetgeen Hij beloofd had. Zonder datgene wat Jezus beloofd had, had het niet veel zin aan de grote taak te beginnen. Ze bleven dus bij elkaar en baden. Toen kwam de Pinksterdag, een Joodse feestdag die al sinds velen jaren gevierd werd. De discipelen waren samen in de bovenzaal. Met hen waren ook anderen aanwezig. Er waren ongeveer 120 personen.

Ineens was daar iets bijzonders aan de hand:

Handelingen 2:1-18
“En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren; en er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; en zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken. 
Nu waren er Joden te Jeruzalem woonachtig, vrome mannen uit alle volken onder de hemel; en toen dit geluid gekomen was, liep de menigte te hoop en verbaasde zich, want een ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. En buiten zichzelf van verwondering zeiden zij: Zie, zijn niet al dezen, die daar spreken, Galileeërs? En hoe horen wij hen dan een ieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn? Parten, Meden, Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kapadocië, Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de streken van Libië bij Cyrene, en hier verblijvende Romeinen, zowel Joden als Jodengenoten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal van de grote daden Gods spreken.

En zij waren allen buiten zichzelf en geheel met de zaak verlegen, en zij zeiden de een tot de ander: Wat wil dit toch zeggen? Maar anderen zeiden spottend: Zij hebben te veel zoete wijn gehad! Maar Petrus stond met de elven op, en hij verhief zijn stem en sprak hen toe: Gij Joden en allen, die te Jeruzalem woonachtig zijt, dit zij u bekend en neemt mijn woorden ter ore. Want deze mensen zijn niet dronken, zoals gij veronderstelt, want het is het derde uur van de dag; maar dit is het, waarvan gesproken is door de profeet Joël: En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouden zullen dromen dromen: ja, zelfs op mijn dienstknechten en mijn dienstmaagden zal Ik in die dagen van mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren.”


Jezus belofte werd zichtbaar!

Opeens was het daar: Wind, tongen als van vuur op de hoofden van alle aanwezigen, en ze spraken in allerlei talen over de grote daden Gods.

We zien dat ze hier de kracht ontvangen waarover Jezus had gesproken.

Petrus die eerst moeite had stand te houden voor een paar mensen (Lucas 22: 55-61) stond nu op en ging nu publiekelijk over Jezus spreken.

Ja, Petrus deed het niet stiekem, maar verhief zijn stem.
(U kunt dit lezen in Handelingen 2:14-40)

Precies zoals Jezus had voorzegd

Het gebeurde allemaal precies, zoals Jezus het had voorzegd: Jullie zullen kracht ontvangen om Mijn getuigen te zijn, eerst in Jeruzalem, dan in …..

We zien een duidelijke verandering in Petrus. Hij staat daar en predikt met luide stem over Jezus Christus. Ja, op die dag kwamen ongeveer 3.000 mensen tot geloof in Jezus Christus. (Handelingen 2:41)

 

Was dat alleen voor toen?

Was deze belofte van Jezus aangaande de Heilige Geest alleen voor de gelovigen van toen? Was het alleen voor de apostelen en voor de tijd waarin zij leefden?

Nu, deze belofte is voor Gods gemeente. In het boek van de Handelingen der Apostelen kunnen we een duidelijk patroon vinden. De apostelen ontmoeten steeds weer nieuwe mensen. Ze spreken met hen over God, over bekering tot Jezus Christus, over de doop in water en over de doop in de Heilige Geest.

Iedere keer vragen ze aan de mensen hoe het Geestelijk met hen gaat. Is iemand niet gedoopt, dan spreken ze hem aan over de doop. Is iemand wel gedoopt, maar heeft de Heilige Geest nog niet ontvangen, dan bidden ze met hem of haar, opdat men deze belofte van God mag ontvangen.

We zien dit in het volgende Bijbelgedeelte duidelijk omschreven:

Handelingen 19:2-6
“En hij zeide tot hen: Hebt gij de Heilige Geest ontvangen, toen gij tot het geloof kwaamt? Doch zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, dat er een Heilige Geest is. En hij zeide tot hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In de doop van Johannes. Maar Paulus zeide: Johannes doopte een doop van bekering en zeide tot het volk, dat zij moesten geloven in Hem, die na hem kwam, dat is in Jezus. En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus. En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden.”

Deze kracht van de Heilige Geest is voor iedere volgeling, iedere discipel van Jezus Christus.

Het is de gift die Jezus beloofde aan hen die achterbleven.

In zekere zin mogen we met eerbied tegen Jezus zeggen: “Omdat U bent heengegaan, daarom vraag ik U wat U beloofd heeft”.

Johannes 16:7
“Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden.”

We zien dan ook dat de apostelen een verbinding maken tussen hetgeen ze ontvangen en het heengaan van Jezus Christus.

Handelingen 2:33
“Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des Heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gij en ziet en hoort.”

Ik vertaal dit even met eigen woorden: Jezus is nu aangekomen aan de rechterhand Gods, en heeft daar van de Vader de beloofde Heilige Geest ontvangen en heeft die nu uitgestort over ons: Dat is wat jullie hier zien en hier horen.

In het Evangelie vinden we ook een tekst die duidelijk maakt dat de belofte van de Heilige Geest in verbinding staat met Jezus gaan naar de Vader.

Johannes 7:38-39
“Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.”

Iedere discipel van Jezus heeft de kracht van de Heilige Geest nodig.

Jezus zegt dat we er om mogen vragen, en dat Hij die een goede Vader voor ons is, de Heilige Geest wil geven aan hen die Hem erom vragen.

Lucas 11:13
“Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de Heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden?”

Mag ik er zelf om vragen?

Uit de bovenstaande tekst blijkt duidelijk dat U God zelf mag vragen om de kracht van de Heilige Geest.

Kunnen ook anderen met en voor mij bidden?

Het is ook mogelijk in onze diensten om aan een oudste of mensen van het pastorale team te vragen of ze met u willen bidden voor de vervulling met de Heilige Geest.

Heeft u nog verdere vragen?

Voor eventuele vragen over dit onderwerp kunt U terecht bij één van de oudsten of voorganger van de gemeente. Zij helpen u graag verder op weg om dit en andere Bijbelse zaken aan u uit te leggen.

A. Goldberg

Plaats een reactie